De omgeving van Kethel wordt al genoemd in 117 als de Romeinse keizer Hadrianus de lage landen bezoekt. Boek van Tom Buijtendorp, Het jaar 117.
De eerste omschrijving in 990 van Kethel vinden we in het Rijksarchief in Den Haag. Door een schenking van Flardinge, Hargan en Schye door Graaf Dirk de Tweede, Arnoud en zijn gemalin Lutgaard aan de Abdij van Egmond.
In 1083 wordt een lijst van bezittingen opgesteld met o.a. Harga sive Ketel. Er wordt ontginningswerk gedaan, bedijkingen en afwatering regelen en de bevolking neemt toe.
Tijdens een westerstorm in 1164 wordt Harga overspoeld. Hierna volgt in 1248 weer een overstroming daarom wordt de Poldervaart rond 1280 aangelegd en vormt zich bewoning rond de huidige Dorpskerk en gaat men over Kethel en Spaland spreken.
Kethel groeide door agrarische bedrijven en landbouw.
Kethel is na die tijd een eigen gemeente of ambachtsheerlijkheid met ambachtsheren, schout en schepenen en tot 1941 burgemeester en wethouders.
Het wapen van Kethel en Spaland werd op 24 juli 1816 bij besluit van de Hoge Raad van Adel aan de Zuid-Hollandse gemeente Kethel en Spaland in gebruik bevestigd.
Op 31 juli 1941 is Kethel geannexeerd door Schiedam en is Kethel een wijk binnen de gemeente Schiedam.
Sinds 2004 is de werkgroep Kethel van de Historische Vereniging Schiedam van start gegaan.